Xavier - Het Leven als Podium
Xavier - Het Leven als Podium
Wie: Xavier Serge-Martin, 73 jaar
Geboren: Vlakbij Parijs
Woont nu in: Amsterdam
ROOTS
Mijn familie bestaat uit Parijzenaren. Mijn opa aan vaderskant was industrieel tekenaar. Hij werkte onder andere voor Gustave Eiffel. Niet aan de Eiffeltoren, maar aan de berekening van bruggen. Op zijn 23e vocht hij in de Eerste Wereldoorlog. De overgrootmoeder van mijn vader heette Ganz, en in de familie werd gefluisterd dat haar familie oorspronkelijk Joods was, maar zich tot het katholicisme had bekeerd.
Mijn grootvader aan moederskant vertrok naar Argentinië, naar de Pampa’s, waar hij paardentemmer werd. Hij was gek op paarden en wilde daar zijn leven opbouwen. Maar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, keerde hij terug naar Frankrijk om voor zijn land te vechten. Daar trouwde hij met mijn oma. Hij had allerlei banen, onder andere bij filmstudio Gaumont. Hij was een knappe man en lang voor die tijd, 1.85 meter. Toen men in Frankrijk op zoek was naar een Franse Gary Cooper, werd hij benaderd. Maar mijn grootmoeder wilde daar niets van weten. Stel je voor, allemaal leuke dames… En mijn grootvader had geen ambitie in die richting, dus hij stemde toe.
MIJN JEUGD
Mijn vader werd geboren in 1916, zijn oudere broer in 1914. Die broer sneuvelde als soldaat in de Tweede Wereldoorlog. Mijn ouders ontmoetten elkaar in Parijs. Mijn broer werd geboren in 1943, ikzelf in 1951.
In mijn vroege leven had ik een wonderlijke band met Rusland. Na de Russische Revolutie kwam er een grote Russische gemeenschap naar Frankrijk. Zo ook onze buurvrouw op één hoog, Madame Pavlov. Toen mijn moeder met mij als baby de trap op liep, wilde Madame Pavlov me dolgraag zien. Ze had zelf geen kinderen en vroeg of ze mij af en toe mocht ontvangen. Dat vond mijn moeder goed, en zo werd zij mijn peettante.
Door haar kwam ik bij de Russische padvinders terecht, opgezet voor kinderen van Russische vluchtelingen, zodat zij hun cultuur niet zouden vergeten. Ik ging op zomerkamp, met Pinksteren, in de winter… Binnen de organisatie ontstonden op den duur twee stromingen: de een vond dat de toekomst van de kinderen in Frankrijk lag, de ander hoopte op terugkeer naar Rusland en werd vrij radicaal. Als Fransman zonder enige Russische roots hoorde ik bij de meer liberale groep.
SCHOOL
School vond ik vreselijk. Ik wilde niet de hele dag in de banken zitten en ik wilde geen huiswerk maken. Op mijn dertiende zei ik tegen mijn ouders: “Laat me gewoon werken en geld verdienen.” Maar daar wilden ze niets van weten. Ik móest studeren.
Ik voelde weinig aansluiting met andere leerlingen. Meestal zocht ik gezelschap van andere buitenbeentjes, kinderen die ook niet goed mee konden komen, of Joodse kinderen. Bij hen voelde ik me veilig. Ze hadden toen al iets relativerends, en met mijn lage zelfbeeld gaf dat rust.
Maar ik kon wél goed grappen maken, stemmen imiteren, en ik was sterk in toneel. Teksten kende ik na één dag. Mijn docent toneel zei tegen mijn ouders: “We dachten dat hij dom was, maar dat is hij zeker niet. Hij moet iets met toneel doen.” Uiteindelijk haalde ik mijn atheneum, met drie jaar vertraging. Vraag me niet hoe.
Ik zou voor geen goud een tweede leven willen als dat betekent dat ik de schooltijd nog eens moet doorstaan. Elke augustus, tijdens de vakantie, stond er al in de kranten: Vive la rentrée! Alsof de start van het schooljaar iets te vieren viel. Vreselijk.
Na mijn eindexamen zei ik tegen mijn ouders dat ik archeologie wilde studeren, maar ik ging niet naar college. Ik bleef gewoon thuis. Toen ze dat doorkregen, zeiden mijn ouders: “Als je iets gaat doen, onderhouden we je. Anders sturen we je naar je broer in Duitsland.” Mijn oudere broer woonde inmiddels in Neurenberg en dat leek me eigenlijk wel wat.
DUITSLAND
Mijn broer was een stuk ouder, hij was rechtvaardig maar streng. Binnen de kortste keren sprak ik vloeiend Duits. Het was de tijd van het Wirtschaftswunder, er was werk zat. Ik schreef me in bij de Studentenarbeitsvermittlung. Ik werkte een maand keihard, en genoot daarna twee weken van mijn vrijheid.
Zo liftte ik in 1969 naar Amsterdam, midden in de hippietijd. En er ging een wereld voor me open. Ik liftte door heel Nederland, sliep in sleep-ins, alles was relaxed en betaalbaar. Ik dacht: ik had in Amsterdam geboren moeten worden.
In 1975 werkte ik vier seizoenen in een sleep-in in Zandvoort. Het was een bijzondere tijd. De hippies sliepen op het strand, terwijl de middenklasse het daar helemaal niet mee eens was. In 1976 kreeg een van de stafleden een baan bij de opvang van harddrugsverslaafden in Amsterdam. Hij raadde mij aan te solliciteren, en zo ben ik naar Amsterdam verhuisd.
AMSTERDAM
Ik werkte vijf jaar met de junks, maar begon daarnaast ook met acteren. Maar ik heb naast het acteren altijd parttime gewerkt. Eerst in de opvang, later als conciërge op een school. Zo hoefde ik geen uitkering aan te vragen tussen de toneelvoorstellingen en films door, en bouwde ik toch pensioen op.
Ik speelde vooral toneel, maar ook in een paar films en reclames. Onder andere in Nitwits van Nikolai van der Heyde. Maar toen ik ouder werd begon de combinatie van acteren en parttime werk zich te wreken, het werd te veel.
Tegenwoordig geef ik rondleidingen door Amsterdam, met nadruk op het Joodse verleden van de stad. Daar werk ik nu een speciale route voor uit. Want, misschien zit het in mijn bloed, ik heb me er altijd mee verbonden gevoeld.
IDENTITEIT
Ik voel me Parijzenaar én Amsterdammer. Hier voel ik me een vis in het water. Maar dat voel ik ook in Parijs. Alleen: daar zou ik niet meer kunnen wonen. Mijn leven is nu hier.
#roots #levensverhaal #acteursleven #RussischParijs #JoodsAmsterdam #Russischegemeenschap #hippietijd #alternatiefleven #Zandvoort #sleepins #oralhistory #persoonlijkportret #geschiedenis #tweehuizen #acteerleven #joodserfgoed #Amsterdam #Parijs #migratieverhaal #XavierSergeMartin
