Europa, wij bloeden. We kunnen niet meer.

Europa, wij bloeden. We kunnen niet meer.

Met deze krachtige woorden schrijft de Georgische auteur Nino Haratischwili in een open brief, gepubliceerd in De Standaard en NRC, een dringende oproep om niet langer weg te kijken en de burgers in Georgië te beschermen.


Haar woorden raken mij, en voelen als een déjà-vu. In 1919 vluchtte mijn familie voor de Russische Revolutie naar Tbilisi. Het was een bijzondere tijd: van mei 1918 tot februari 1921 was Tbilisi de hoofdstad van de Democratische Republiek Georgië. Terwijl hun eigen land werd verscheurd door de burgeroorlog, en ze alles verloren hadden, leek het leven in Tbilisi onaangetast.

 Mijn familie vond onderdak bij de Bozarjants, invloedrijke tabaksmagnaten, in een prachtig art-nouveau huis dat nog altijd beroemd is om zijn architectuur. Daar raakten ze bevriend met Aleksandr Meliks-Azaryants, een gulle en vooraanstaande man. In die dagen heerste er optimisme: Georgië zou haar onafhankelijkheid behouden, zo geloofde men. Maar dat optimisme brokkelde langzaam af.


Nino schrijft over Rusland: ‘Hij koopt mensen en hele regeringen, hij installeert marionetten, hij stuurt en leidt, hij is inmiddels een ervaren poppenspeler, die reus.’


In 1919 paste het land een vergelijkbare tactiek toe. Russische leiders zetten lokale Georgische communisten aan tot onrust en protesten. Toen in april 1920 het Rode Leger de macht greep in buurland Azerbeidzjan, probeerden de bolsjewieken in Tbilisi de militaire school te veroveren, als eerste stap richting een staatsgreep.


Toen Sovjet-Rusland in mei 1920 de onafhankelijkheid van Georgië erkende, leek dat een stap vooruit. Maar het was een uitgekookte zet: Georgië werd gedwongen bolsjewistische organisaties toe te staan en beloofde geen buitenlandse troepen op haar grondgebied toe te laten.


Nino schrijft: ‘Europa, wij bloeden. Wij kunnen niet meer. We zijn nog steeds in oorlog of we staan nog steeds op de barricaden en proberen met onze laatste krachten te verdedigen wat jij ons hebt geleerd: democratie, vrijheid, waardigheid en het leven zelf. Terwijl in Oekraïne het moorden doorgaat, begint het bij ons in Georgië opnieuw. Deze keer heeft hij geen leger nodig, dat heeft hij allang gevormd, op de achtergrond, stilletjes, zonder veel inspanning. Het is onze twaalf jaar geleden gekozen en eind oktober weggestemde regering, die zich echter niet meer láát wegstemmen en ons in naam van de reus probeert te verzwakken, monddood te maken, weer te knechten, die ons met traangas, met losse flodders, met waterkanonnen, met klappen tegen de grond drukt, dieper en dieper, tot we niet meer opstaan.’


In mei 1920 vluchtte mijn familie met het laatste kolenschip uit Batoemi. Ze waren net op tijd. Enkele maanden later capituleerde het laatste Witte Leger op de Krim, terwijl de Sovjets Azerbeidzjan en Armenië inlijfden. De Britten trokken zich terug uit de Kaukasus, waardoor Georgië geïsoleerd achterbleef, omsingeld door vijandige Sovjetrepublieken. In februari 1921 viel het land uiteindelijk in handen van het Rode Leger.


Het lot van Aleksandr Meliks-Azaryants was tragisch. Zijn huis werd genationaliseerd, en de ooit zo genereuze man kreeg een kleine kamer onder de trap bij de ingang van zijn eigen huis toegewezen. Daar stief hij, vergeten en berooid. Ook de Bozarjants werden het slachtoffer van de nieuwe machthebbers. Hun onderneming werd genationaliseerd, en het landhuis werd in beslag genomen door de partijelite. De familie werd verbannen naar een kleine kamer, aan het eind van een gang op de derde verdieping van hun eigen huis.


Hun kostbare bezittingen - de vleugel, het ingelegde scherm, en de wapens uit de Perzische Kamer – werden toegeëigend door de bolsjewiek Sasha Gegechkori, die het landhuis nu bewoonde. Maar elke donderdagavond, wanneer hij gasten ontving om lotto te spelen, was Madame Bozarjants erbij. Het was haar enige kans om nog eens te zitten op de meubels die ooit van haar familie waren geweest.


Nino schrijft: ‘Maar geloof me alsjeblieft, want die buurman woont al bijna 250 jaar bij ons, hij zit met ons aan tafel, eet ons eten, gaat bij ons in bed liggen, pakt ons af wat van ons is, hij doet door zijn willekeur het bloed steeds weer in onze aderen stollen, hij maakt dat we steeds weer tegen hem in opstand komen, op hem inbeuken, hem de ogen uitkrabben, hem met ons mes steken, maar hij houdt er alleen een paar schrammetjes aan over en kijkt geamuseerd toe, die masochistische Goliath. (…) Ik en tal van mensen als ik beleven die nachtmerrie keer op keer, alsof iemand ons met een vloek heeft belast, waaruit we nooit meer ontwaken.’


Het verhaal herhaalt zich. Georgië is nog onafhankelijk, maar hoe lang nog? Laten we niet langer wegkijken en de burgers in Georgië beschermen.


holocaust nazi
3 juli 2025
Uri (82) kwam als baby in onderduik terecht in Heemstede, terwijl zijn ouders schuilden op een boerderij in de Beemster. Zijn vader ontsnapte op het nippertje uit een deportatietrein, zonder jas, in de vrieskou van februari 1943.
30 juni 2025
Zîn vluchtte als vijftienjarig meisje uit het Koerdische dorp Lice, nadat hun huis in brand werd gestoken. In haar verhaal vertelt ze over haar roots, haar vlucht, en haar zoektocht naar identiteit in Nederland.
Vooruit kijken: het verhaal van een Joodse vrouw die Odessa achterliet
30 juni 2025
In 1995 vertrok Irina met niet meer dan een koffertje, haar papieren en hoop. Ze vluchtte uit Oekraïne omdat ze Joods was, en omdat niemand haar beschermde toen het echt nodig was.
19 juni 2025
Wat geeft jouw leven waarde? Niet groots of ingewikkeld, maar juist in het kleine: die eerste slok koffie, een wandeling, iets creëren. In Japan noemen ze dat Ikigai – 生き甲斐. Geen prestatie, maar een bron van vreugde in het alledaagse. 🌿
Van de Sovjet-Unie naar Nederland
17 mei 2025
Amina groeide op in de Sovjet-Unie, waar religie verboden was en hoofddoeken uit het straatbeeld verdwenen. Haar grootvader, ooit imam, verborg zijn geloof in stilte. Haar moeder stopte haar hoofddoek weg, uit angst. Maar de traditie leefde voort, in fluisteringen, in herinneringen, in gebaren.
Zonder woorden luisteren
15 mei 2025
Mijn grootmoeder vluchtte uit het oude Tsaristische Rusland, mijn grootvader ontmoette haar in Parijs toen hij op verlof was uit Nederlands-Indië. Wat hen verbond, was iets onzichtbaars: een stille gevoeligheid. Zonder woorden aanvoelen wat de ander nodig heeft. En zo leerde ook ik zonder woorden te luisteren. Later vond ik dezelfde verfijnde stilte terug in India, Istanbul, Japan en Korea. Over de kracht van aanvoelen en luisteren met je hart.
Groeien begint met de moed om naar binnen te kijken
13 mei 2025
Tijdens mijn tijd in Japan leerde ik over Naikan: zacht en eerlijk naar jezelf kijken — niet om te oordelen, maar om te begrijpen. Later ontdekte ik dankzij een Marokkaanse broeder dat ook in de islamitische traditie een soortgelijk pad bestaat: Muhasaba. Twee werelden, één wijsheid: groeien begint met de moed om naar binnen te kijken.
geëmigeerd
30 april 2025
Met een Indonesische betovergrootvader die naar Nederland emigreerde, emigreerde Iris zelf naar Parijs en uiteindelijk naar Brazilië.
De kracht van volhouden
28 april 2025
In Istanbul leerde ik over Sabr: geduld, vertrouwen en kracht, ook als de weg zwaar is. Tijdens mijn tijd in Japan ontdekte ik Ganbaru: onverzettelijk doorzetten, zelfs wanneer alles tegenzit. Jaren later, nadat mijn zoon de diagnose diabetes type 1 kreeg, begreep ik pas écht hoe diep deze wijsheden in je dagelijks leven kunnen wortelen. Twee werelden, één boodschap: moed is soms zacht en stil, maar o zo sterk. 🌿
Portret van Mirjam Rampersad, op zoek naar haar Surinaamse roots
26 april 2025
Mirjam Rampersad groeide op zonder te weten waar haar roots lagen. Geadopteerd door een streng gereformeerd gezin voelde ze zich altijd tussen twee werelden in. Pas als tiener ontdekte ze haar Surinaams-Hindoestaanse afkomst. Een verhaal over gemis, veerkracht en uiteindelijk: thuiskomen bij jezelf.
Meer posts